Foto’s: Johan Van Balberghe en Wouter Decaluwe
Tekst: Peter Decaluwe

Deze 23m lange modulebaan in schaal 0 (1/43) is de evocatie van een fictieve spoorlijn uit de 50-er jaren, gelegen in de Thiérace, het zuidelijk deel van de provincies Henegouwen en Namen, met aansluiting op het Franse spoornet. Het rechtergedeelte van deze baan is het station van ‘Cabusart’ (zie MSM nr 52), het linker gedeelte de spoorlijn met de aansluitingen naar de plaatselijke industriën, de brouwerij ‘Degauquier’ en de houtzagerij ’Gilson Frères’ waarvan de burelen een onderkomen gevonden hebben in het voormalige station van’ Thanasse’. Alle scenery en gebouwen werden door de leden van MSA Oostkamp vzw (B), meestal naar bestaande voorbeelden, zelf gebouwd. De baan is gedigitaliseerd en de meeste loks werden voorzien van een geluidsdecoder.

“Cabusart” was reeds enkele jaren oud. Na de tentoonstelling in Genk in 2009 waren we erachter gekomen dat het vet van de soep was. Na veel overwegen werd beslist om de geschiedenis van Cabusart te herschrijven. Het thema van ‘eindpunt van de lijn tegen beter weten in’ werd losgelaten. Voorbij de voormalige stopblok werd een verlenging gebouwd van nog eens vier modules plus fiddle-yard. Uiteindelijk werd de totale lengte van Cabusart plus verlenging zo’n 22 meter !
Nog een station bouwen had geen nut. Inspiratie werd gevonden in het oude station van Croix Rouge (lijn 155), zelf omgebouwd tot houtoverslagbedrijf. Uitstappen werden gepland richting Belgische Ardennen, Croix Rouge werd uitgebreid bekeken en gefotografeerd, in de wijde omgeving werden nog een aantal houtzagerijen uitgebreid bekeken en gefotografeerd. Kortom, er werd niet over één nacht ijs gegaan.
Inzake tijdperk verschoven we van ‘jaren dertig’ naar ‘late jaren vijftig’. Als naam van de uitbreiding werd gekozen voor “Thanasse”. Diegene die Arthur Masson ondertussen wel gelezen hebben, kunnen wel raden waar de naam vandaan komt. Diegene die Arthur Masson nog stééds niet gelezen hebben, hebben werk aan de winkel…

Tracé
Na bemoeienissen van onze voorzitter, werd besloten ons niet alleen te richten op één houtzagerij. Vertrekkend vanuit Cabusart rijden we het station uit en kruisen het kanaal. Op onze rechterkant zien we de baanwachterswoning van André (kantonnier bij het spoor) en Léonie (overwegwachtster). Vóór de deur staan twee diepe gelovigen, om het Goede Nieuws te brengen. Tijd om te kijken of hun Boodschap gehoord wordt hebben we niet, want via PN11 kruisen we de Route Nationale van Couvin naar Rocroi.
PN12 is alweer een privé overweg en de oprit naar de “Scierie Gilson Frères”. Als kantoorgebouw hebben zij het voormalige station in gebruik genomen. Aan het stationsgebouw zelf is niet veel veranderd. Enkel het perronspoor is nu een raccordement geworden, het linker vrijliggende spoor is het hoofdspoor geworden.
Naast het kantoorgebouw staan de opslagplaatsen en de zagerij van de Scierie. Ook voor de techniek van de zaagmachines werd gekeken naar de realiteit. De te zagen boomstammen worden zowel met het grootspoor als met smalspoor en vrachtwagens aangevoerd. Als eindproduct is de zagerij gespecialiseerd in balken en mijnhout.
Als laatste raccordement hebben we de “Brasserie Degauquier”. Van oorsprong een plaatselijke brouwerij, die de laatste jaren bezig is zich te presenteren op de Belgische markt. Eens we de brouwerij gepasseerd zijn, verdwijnt het spoor in de tunnel onder het Bois des Vieilles Fagnes. Tegen de kinderen wordt verteld om daar niet te spelen. Het zou er spoken…


Technieken
Wat bruikbaar was van technieken van Cabusart, werd natuurlijk ook gebruikt voor Thanasse. Nochtans zijn een paar essentiële verschillen aan te merken. Van de halogeenverlichting zijn we afgestapt en overgeschakeld naar koud-witte TL-buizen. Leek ons toch realistischer dan dat oranje licht. Bij de landschapsbouw zijn dezelfde technieken gebruikt als de vorige keer, met het verschil dat het nieuwe gedeelte toch ‘groener’ lijkt dan het oude gedeelte.
Het baanwachtershuis is gebouwd met architectenkarton en Slaters plasticard. De daken komen van Schulcz, een Duitse firma gespecialiseerd in bouwmaterialen voor architecten.
De Route Nationale is gemaakt met tegellijm van de Hubo. Voordeel : werkt precies als een betonweg en heeft dezelfde kleur. Ook de oprit van de Scieries is gemaakt met dezelfde tegellijm, waarin verkruimelde resten van Polyfilla zijn gestrooid. Ziet er precies uit als een kalkweg.
Het vroegere station Thanasse is gemaakt met architectenkarton, waarop styrodur platen met steentjesmotief zijn geplakt. De zagerij zelf is gemaakt van… gezaagde latjes. Waarom moeilijk maken als het makkelijk kan ?
De brouwerij is gemaakt van 8mm multiplex, waarop Slaters plasticard is gelijmd. Weinig kans dat die sneuvelt… De tunnelingang is gegoten in bouwgips en dan met de hand ingekrast, en de bomen erboven zijn zelf gemaakt terwijl met een half oog is gekeken naar de producten van Anita Decor.

Conclusie
22 meter… Da’s een behoorlijk eind om te rijden, zelfs in schaal nul. Wat ons betreft is de baan af. Meerdere redenen eigenlijk. Mede omdat we het niet zagen zitten om nóg eens een uitbreiding te bouwen. Aan de andere kant wordt het ook redelijk moeilijk om dergelijke baan iedere keer dwars door het land te vervoeren. Daarnaast zijn nu echt drie mensen nodig om de baan te bedienen.
Maar om uit te beelden waar het ons in feite om te doen was ? Een typisch Belgisch zijlijntje waarop het verkeer rustig voortkabbelt ? ‘k Denk dat dat wel gelukt is, ja…































Uitbreiding Stelplaats








